Koning opent expositie met beelden die hij al talloze keren zag

Koning Willem-Alexander heeft dinsdag in het paleis op de Dam de tentoonstelling Artus Quellinus – Beeldhouwer van Amsterdam geopend. Hij deed dat “onder het goedkeurend oog van de Stedemaagd van Amsterdam”, zei hij, terwijl hij wees naar het betreffende beeldhouwwerk van de zeventiende-eeuwse kunstenaar boven de trap in de Burgerzaal.
De koning moet de beelden van Quellinus al honderden keren hebben gezien. De kunstenaar maakte vanaf 1650 in opdracht van de stad Amsterdam namelijk alle kunstwerken waarmee het tegenwoordige paleis is versierd. Hij deed er zo’n vijftien jaar over om het toenmalige stadhuis van binnen en van buiten van marmeren beelden te voorzien.
De tentoonstelling, een geschenk aan Amsterdam ter gelegenheid van het 750-jarig bestaan van de stad, is de eerste overzichtstentoonstelling van de in Antwerpen geboren Quellinus. Behalve het werk dat vastzit aan de muren van het paleis, zijn er ook beeldjes te zien die het Rijksmuseum in beheer heeft, vaak modellen van wat uiteindelijk op grotere schaal voor het stadhuis zou worden gemaakt. Ook is er een groot beeld uit de Sint-Andrieskerk uit Antwerpen overgebracht en een uit het Duitse Museum Kurhaus Kleve.
Dat de koning zich op bekend terrein begaf, bleek toen hij de Vierschaar betrad, een lager gelegen zaal die vroeger werd gebruikt voor het uitspreken van doodvonnissen. “Ik ken het hier”, lachte de koning, toen iemand hem vertelde welke ruimte hij betrad. Toch luisterde hij aandachtig, want waarschijnlijk had hij de beelden niet eerder zo aandachtig bekeken.
BuzzE