Martin Österdahl vond boegeroep op songfestival niet erg

Martin Österdahl vond het niet erg om tijdens het Eurovisie Songfestival voor het publiek te fungeren als de zondebok. De executive supervisor van het evenement focuste zich naar eigen zeggen op alle uitdagingen van de afgelopen editie in Malmö.

“Als er een uitlaatklep nodig was voor de frustratie en teleurstelling, is boegeroep helemaal oké voor mij”, zegt Österdahl in gesprek met de Zweedse omroep SVT. Het is voor zover bekend de eerste keer dat hij commentaar geeft op de voorbije turbulente editie in Zweden.

Österdahl werd tijdens repetities en de liveshows meermalen uitgejouwd door het publiek, dat hem verantwoordelijk hield voor de ontstane chaos. Zo was er boosheid over de deelname van Israël, klaagden meerdere artiesten en delegaties over een onveilige werksfeer en werd Nederland gediskwalificeerd na een incident met een cameravrouw.

Tekortgeschoten

Maandag kondigde songfestivalorganisator EBU een aantal verbeteringen aan, onder meer op het gebied van crisismanagement. Österdahl geeft toe dat die nodig zijn. De EBU is volgens hem “duidelijk tekortgeschoten” in de communicatie naar de delegaties en artiesten. “Gedurende de zomer en herfst kijken we hoe dat beter kan.”

Ook is het songfestival te snel gegroeid voor de organisatie, denkt Österdahl. “Als je het vergelijkt met een groot sportevenement met net zoveel media-aandacht, zijn we waarschijnlijk een beetje naïef geweest en hebben we niet de middelen gehad die we nodig hadden.”

Österdahl is volgend jaar overigens niet meer de hoogste songfestivalbaas. De EBU creëert een nieuwe functie van songfestivaldirecteur, die toezicht houdt op het werk van Österdahl. Wie dat wordt, is nog niet bekend.

BuzzE