Nederland helpt mee met droppings hulpgoederen boven Gaza

DEN HAAG (ANP) – Nederland gaat meewerken aan het droppen van hulpgoederen boven Gaza, samen met internationale partners onder leiding van Jordanië. Dat schrijft minister Caspar Veldkamp (Buitenlandse Zaken, NSC) in een Kamerbrief. De eerste dropping met Nederlandse medewerking staat gepland op 8 augustus, dan moet twee weken lang elke dag een dropping plaatsvinden.

Nederland levert onder andere een transportvliegtuig met bijbehorend personeel en materiaal. Het is een samenwerking met onder andere Duitsland, Frankrijk, Spanje, België, Italië, Canada en de Verenigde Arabische Emiraten, in afstemming met de Israëlische autoriteiten. Het gaat om 24 ton aan hulpgoederen.

Veldkamp benadrukt dat de droppings geen vervanging zijn van de inzet om meer humanitaire hulp toe te laten tot Gaza. “Ongehinderde toegang is cruciaal om hulp op grote schaal te kunnen leveren in de gehele Gazastrook, met medewerking van de buurlanden Jordanië en Egypte. De grensovergang Rafah moet open,” schrijft de minister. Ook heeft Nederland in totaal 4,5 miljoen euro beschikbaar voor het VN-Bureau voor projectondersteunende diensten en het Rode Kruis om hulp over land mede mogelijk te maken.

Veiligheidsrisico’s

Aan de droppings zitten veiligheidsrisico’s, weet Veldkamp. “Het risico op burgerslachtoffers en schade aan gebouwen is aanwezig en is niet op voorhand geheel uit te sluiten.” Voor het beperken van die risico’s volgt Nederland de aanwijzingen van de Jordaanse inlichtingendiensten, die bijvoorbeeld de droplocatie selecteren.

Ambtenaren van Buitenlandse Zaken melden aan hun minister dat de publieke opinie over luchtdroppings “over het algemeen negatief is”, onder andere door die risico’s voor burgers. Dat schrijven ze in de beslisnota, een bijlage bij de brief. Ook zijn droppings niet kosteneffectief, omdat er relatief weinig goederen in een vliegtuig kunnen. Het zou een argument tegen het bijdragen aan droppings kunnen zijn. Desondanks is het meedoen aan de droppings samen met gelijkgezinde landen een signaal aan Israël. Bovendien is de hulp via de lucht een laatste redmiddel. Veldkamp gaat in zijn brief niet expliciet in op die afwegingen van voor- en tegenargumenten.

ANP